Zoeken in deze blog

donderdag 20 juni 2019

Tot slot

Donderdag 20 juni 2019 - thuis

De Oostzeeroute (N8) is met 820 km de langste fietsroute van Denemarken. En ook de mooiste blijkbaar, want de route is verkozen tot Fietsroute van het jaar 2019. Via twaalf eilanden, acht bruggen en vijf veerponten volgt de route de Deense kust. Het landschap varieert van zandstranden tot kliffen en de route slingert zich in de vorm van een liggende acht door het land. 

Ik heb het overgrote deel van de route gefietst: vanaf Sonderbørg tot Flensburg. Al met al 920 km. Honderd kilometer meer dan het routeboekje aangeeft dus. Dat vond ik zelf merkwaardig: zoveel zijsprongen heb ik niet gemaakt. Ik heb er geen verklaring voor.

De route is echt mooi in veel opzichten. Landschappelijk is het prachtig, het varieert van akkerbouw tot bosbouw en natuurgebieden. En natuurlijk is de Oostzee nooit ver weg en dat geeft de route z'n eigen, speciale charme. In cultureel en historisch opzicht is er iedere dag wel iets interessants te bekijken.

Vlak is de route geenszins. Dat is goed om te beseffen om reële dagafstanden voor jezelf in te schatten. Het zijn natuurlijk ook geen bergen, maar het gaat vaak op en neer en er zitten een paar pittige hellingen in. Zo zou ik het stukje door het bos vlak na Møns Klint vermijden en inplaats daarvan over de weg naar beneden rijden.

Het vinden van een plekje voor de nacht vereist enige aandacht. Er is voldoende aanbod, maar vooral in sommige steden is het in het hoogseizoen wat lastiger om betaalbaar onder dak te komen. Er is ook een boekje over speciale plekjes waar je als fietser mag kamperen. Adressen staan in het boekje Overnætning i det fry, daar zitten super mooie plekjes tussen.

Er zijn niet veel plekken waar je even koffie kunt drinken of boodschappen kunt doen, maar je komt iedere dag wel iets tegen. In het algemeen is het slim om je boodschappen te doen zodra je een winkel ziet. Bij sommige bakkers kun je ook koffie drinken. Ze hebben er lekkere broodjes bij.

Om zo'n broodje te bestellen of een slaapplek te reserveren moet je natuurlijk wel met de Denen kunnen praten. Een paar woorden Deens waarderen ze heel erg en verder spreken de meesten prima Engels en Duits. Veel Denen reageren misschien in eerste instantie wat gereserveerd, maar ik heb heel veel aardige contacten gehad.

Hoeveel tijd je nodig hebt voor de route is heel erg persoonlijk. Ik heb er 12 dagen over gedaan, maar dan moet je toch stevige dagafstanden kunnen en willen rijden.

Al met al vind ik de Oostzeeroute een mooie fietsroute. Met mooie landschappen, veel natuur, boeiende cultuurhistorische dingen en aardige mensen om mee te praten.

Sammelsurium (2)

Donderdag 20 juni 2019 - thuis

Aan het einde van dit blogje over de Oostzeeroute nog wat losse observaties in dit tweede  Sammelsurium.

Het aantal huizen dat te koop staat in Denemarken, is opvallend groot. Vooral op het eiland Møn en op Jutland staan wel erg veel bordjes til salg.

Ik heb aan een paar Denen onderweg gevraagd of zij wisten wat de oorzaak was. Daar werd verschillend over gedacht, maar wat ik vaak hoorde was dat er een centralisatie heeft plaatsgevonden. Een paar jaar geleden werd de bestuurlijke macht geconcentreerd in 58 gemeentes, waarmee de banen in die sector ook naar die steden gingen en daarmee de mensen. De bankencrisis van tien jaar geleden werd ook veel als oorzaak genoemd. Toen zijn ook in Denemarken veel banken in de problemen gekomen en daarmee ook hun klanten. Last but not least is ook de verschuiving richting diensteneconomie niet aan Denemarken voorbijgegaan. Hiermee hangt ook de trek naar de grote stad samen. Zo krijgt Kopenhagen, dat ruim 600.000 inwoners telt, er jaarlijks nog eens 10.000 inwoners bij. Al met al lijkt het erop dat heel veel Denen van hun huis af willen of af moeten, dus als je een huis zoekt met veel ruimte en rust, dan kun je hier je slag slaan. Vergeet alleen niet de Dannebrog, de Deense vlag, te hijsen op ieder denkbaar en ondenkbaar moment en een karretje voor de deur te zetten met allerlei spullen te koop, want dan hoor je er hier pas écht bij.

Nog een observatie over Deense huizen. Het viel me op dat zoveel huizen voorzien zijn van een airco unit aan de buitenkant. Niet echt mooi, zeker niet op een klassiek vakwerkhuis. Toch is ook dit een symptoom van de klimaatverandering waarmee we moeten zien om te gaan.

En dan vogels. Als er iets is waarvan ik genoten heb deze tocht, dan waren het wel de vogels. Zangvogels, roofvogels, zeevogels, vreemde vogels: ik heb ze allemaal gezien onderweg. Als je van vogels houdt, is de voorzomer de perfecte tijd om de route te rijden omdat ze dan allemaal zingen. Vergeet je kijker niet!

Dan de Deense vlag. De Dannebrog hangt werkelijk overal en in allerlei formaten. Volgens mij zijn daar drie redenen voor. Ten eerste is het land zó groen, dat je er alles aan zou doen om wat kleur toe te voegen. Vandaar die rode vlag (en natuurlijk ook het fanatiek zaaien van knalgeel koolzaad). De tweede reden is dat er niet zo heel veel Denen zijn. Met 5,8 miljoen inwoners moet je misschien wel extra de nadruk leggen op alles wat het volk verbindt en dat is natuurlijk de Dannebrog. En dronning Margarethe, zij uiteraard ook. De derde reden dat de Denen hun vlag zo vaak gebruiken is terechte trots. Het is de oudste nationale vlag ter wereld. Al vanaf de 14e eeuw wappert het rode doek met het witte Scandinavische kruis boven het land en het zou me niet verbazen dat dit voorlopig wel zo zal blijven.

woensdag 19 juni 2019

De twee mieren van Altona

Woensdag 19 juni 2019 - Per trein: Flensburg -> Hamburg -> Bremen -> Osnabrück -> Oldenzaal -> Hengelo -> Amersfoort -> Utrecht; per trein: 600 km; gefietst: 10 km/929 km gefietst in totaal

Vandaag was een reisdag. Met allerlei onvermoede ontwikkelingen, een oververhitte telefoon, een wolkbreuk en o ja, ook nog twee mieren die op stap wilden.

Waar zal ik 's beginnen? Door de berichtjes van Thomas en Gabriele dat reizen per IC met fiets in Duitsland ruim vantevoren geregeld moet worden alvorens men met de vélocypède de trein mag bestijgen, was ik toch enigszins gealarmeerd.

Om half zeven vanochtend fietste ik bij het hotel weg en volgde de bordjes 'Bahnhof'. Maar wat er ook kwam, geen station. Ondertussen vielen de eerste druppels van - alweer - een onweer. Een jongeman vertelde me dat ik een pad door een park heuvelaf kon nemen, 'Dan ben je zo bij het station'. Ondertussen regende het harder, ik fietste het slechte pad af naar beneden om onderaan te merken dat het pad daar vanwege wegwerkzaamheden hermetisch was afgesloten. #%$£,^@÷ Donder en bliksem (en ja, dat deed het ook), er hielp geen lieve moedertje aan: ik moest weer helemaal de heuvel op. Omdat de trein naar Hamburg om 7.15 u zou gaan (en de regen inmiddels met bakken uit de lucht kwam) was dat niet fijn en dat is mild uitgedrukt...

Enfin, uiteindelijk had ik een fietskaartje en zelfs een reservering voor de fiets voor de IC vanaf Osnabrück. In Hamburg mocht ik echter niet mee met de trein: de trein was vervangen en in deze trein zat geen fietswagon. Daardoor moest ik mijn fietsreservering omwisselen. In het Reisecentrum werd door de medewerkers onderling genoegelijk gekletst, waardoor het eindeloos duurde voor je geholpen werd. Toen ik - eindelijk - aan de beurt was, zei het meisje achter de balie zonder een spoor van inlevingsvermogen: 'Ach, uw trein is net twee minuten geleden  vertrokken...'  En o ja, een reservering veranderen kon ook niet voor dezelfde dag. Stel je voor dat we dit allemaal zouden doen zeg. Het wordt tijd dat er computers worden uitgevonden en dat de Deutsche Bahn ermee leert werken!

Daarna de knop omgezet en besloten om alleen met regionale treinen verder te reizen: daarvoor heb je geen reservering nodig (wel een fietskaartje!) en je kunt je zware vakantiefiets zo de trein in rollen.

Vanaf toen was het een kwestie van veel zitten en lezen. Toen ik na 13(!) uur treinen in Utrecht aankwam, was mijn telefoon loeiheet (van de hele dag lezen?). De dag eindigde zoals hij begon: toen ik het station uitfietste, kwam het water met bakken uit de lucht.

Onderweg natuurlijk weer veel gepraat met Jan en alleman. Daaronder was een dame uit Berlijn waarmee ik over literatuur heb gekletst.
Mijn oude Duitse buurvrouw Ursula kon vroeger hele stukken van gedichten uit het hoofd opzeggen en daar zat vaak veel levenswijsheid in. Toen ik deze dame vertelde over een gedicht wat ik me nog herinnerde, bleek zij het ook te kennen. Omdat dit blog natuurlijk als dubbele agenda heeft jullie nuttige dingen des levens bij te brengen, citeer ik het gedicht hieronder. Als hommage aan mijn buurvrouw Ursula en tot nut van het algemeen:

 

Joachim Ringelnatz

 (1883-1934)

Die Ameisen


In Hamburg lebten zwei Ameisen, 
die wollten nach Australien reisen. 
Bei Altona, auf der Chaussee, 
da taten ihnen die Beine weh, 
und da verzichteten sie weise 
dann auf den letzten Teil der Reise.


Voor iedereen bij wie de Duitse les te lang geleden is:

In Hamburg leefden twee mieren

Die wilden naar Australië reizen

Bij Altona (voorstad van Hamburg, ze waren nauwelijks op weg...) op de steenweg

Deden hun voeten al pijn

Daarom zagen ze maar wijselijk af

Van het laatste deel van de reis.

Mooi hè? Met een prachtige dubbele bodem. 

Ik zal morgen dit blogje nog aanvullen met wat gedachten over de hele route en zo nog wat.

Komende maand zal ik proberen wat foto's aan de tekst toe te voegen voor de liefhebbers.




dinsdag 18 juni 2019

De hjertestarter

Dinsdag 18 juni 2019 - Christiansfeld -> Haderslev -> Sønder Vilstrup -> Diernæs Strand -> Genner -> Aabenraa -> Ensted Kirke -> Kliplev -> Kollund -> (grensovergang) Schusterkate -> Flensburg; 97 km/919 km totaal; 23 gr, windkracht 2 à 3; zonnig, 's middags warm; Flensburg Ibis Budget Hotel*).

Onder de 'hoede van de Heer', unter des Herren Hut, had graaf Von Zinzendorf zijn geloofsgemeenschap gesteld toen hij deze in 1722 op zijn landgoed in Saksen oprichtte. Ze waren niet luthers, niet calvinistisch, wat waren ze eigenlijk wel? Als je nergens bijhoort, krijg je gedoe, zo ook deze jonge geloofsgemeenschap en ze moesten vluchten.

Een deel van hen vestigde zich in Denemarken waar ze godsdienstvrijheid hadden en speciale belastingvoordelen kregen. Zij waren het die Christiansfeld in 1773 stichtten. Het stadje straalt een sterke gelijkenis uit met de Broedergemeente in Zeist: een groot hoofdgebouw en daaromheen symmetrisch allemaal dezelfde, keurige huisjes. Zelfs op het kerkhof is er orde: de vrouwen liggen allemaal rechts en de mannen links. Nu, 250  jaar later, drukken de hernhutters nog steeds hun stempel op Christiansfeld.

Niet ver na het stadje voert de route langs de grootste eiken schuur van Denemarken, de bulladen. Het gebouw dateert van 1668 en bestaat uit brede, massief eiken planken die horizontaal zijn verwerkt, een bouwmethode die alleen in de buurt van Haderslev is toegepast. Het zit zó kunstig in elkaar, wat een vakkennis en wat een grote eiken moeten ze toen gehad hebben. Heel bijzonder.

Ook vandaag gaat de route op en neer over de lage heuvels van Zuid-Jutland. De hellingen zijn langer dan op Funen en ook hier veel akkerbouw met hier en daar wat veeteelt (meestal varkensboerderijen) en wat bos. Op een paar plekken fiets je langs het fjord, bijvoorbeeld bij Diernæs en Genner Strand. Oudere mensen zitten lekker op een bankje te kletsen en de eerste helden wagen zich in het nog frisse water.

De kerk in Sønder Vilstrup is te mooi om zomaar aan voorbij te rijden**). Het eigenaardige is dat de kerken hier soms niet middenin het dorp staan, maar er een eindje voorbij, op een kruispunt van landelijke wegen en kirke sti, kerkenpaden, waarlangs mensen uit de omgeving te voet naar de dienst kwamen. Deze kerk is ook een bedevaartskerk: achterin ligt een  stempel waarmee de pelgrims naar Santiago (nog slechts ruim 2400 km verder) hun pelgrimspaspoort kunnen afstempelen.

Het treft me iedere keer hoeveel vertrouwen de Denen blijkbaar in hun medemensen hebben. De mooiste kerken zijn de hele dag open zonder dat er iemand is, dure spullen staan zo voor het grijpen. Zo zag ik vandaag twee zelfrijdende gazonmachientjes, toch prijzige  dingen, in actie op gazons pal aan de weg en elders zag ik een dure Weber bbq in de tuin naast het fietspad en zo kan ik doorgaan. Blijkbaar wordt er niks gestolen en niets vernield en dat is heel relaxed.

In Aabenraa is er - eindelijk! - koffie. Lekker bij een warme bakker met een koffiebroodje erbij. Tsja, als een mens van z'n koffieverslaving wil afkicken, is Denemarken helemaal geen gek idee.

Overal wordt van alles en nog wat verkocht aan de wegrand. Als je een kast of een of ander wagentje met een vlaggetje eraan ziet, dan weet je dat er iets te koop is. Meestal nieuwe aardappelen, aardbeien, honing of eieren maar ik heb al fascinerende zaken gezien als eierwekkers, zelfgemaakt keramiek, eigengebreide truien, schaatsen en nog véél meer. Ook boeken natuurlijk. Daar heb ik er vanmiddag twee van uitgekozen. Dunne Deense boekjes, want het moet wel in mijn tas passen, en die ga ik thuis lezen. Denk ik.

Wat je ook overal en nergens vindt, zijn hjertestarters. Ze hebben hier 5,8 miljoen Denen, maar ze willen er geeneen van kwijt, getuige alle defribilatoren bij sporthallen, aan garages, bij brandweerposten of gewoon bij boerderijen. Die dingen moeten ze een keer in een voordeelaanbieding hebben gekocht, het kan bijna niet anders. Overigens is obesitas een toenemend probleem in Denemarken, vooral in de grotere steden. Het is bij ons niet anders.

Ook deze dag zijn er weer een paar bijzondere ontmoetingen. Ik krijg een paar aardbeien van een man die met z'n dochter op een bankje zit. Hij vertelt dat hij op de fiets naar Rome is geweest. Bij het 12e eeuwse kerkje van Ensted praat ik een poosje met een weduwe die bloemen op het graf van haar man komt leggen en in Kliplev kom ik de Duitse Annika tegen. Zij is met een zwaarbeladen omafiets voor het eerst in haar leven op fietsvakantie, inclusief 4 fototoestellen (waarvan één met een filmpje). Gehuld in een spijkerbroek-met-bloemetjes constateert ze terecht: 'Wat is het warm vandaag hè?'

Het laatste stukje van de route in Denemarken was heftig: na Kollund volgt een stuk door het bos dat eigenlijk meer voor mountainbikers is dan voor tourfietsers met bepakking. De helling is daar zo'n 15 gr. en dat is steil. Daarna de afslag genomen naar Flensburg. Dan kom je via de kleinste grensovergang van Europa, de Schusterkate, Duitsland binnen. Het is niet meer dan een bruggetje van een meter breed. Wel een historische plek al met al.

Flensburg heeft een mooie, oude binnenstad. Hiervandaan wil ik morgen met de trein naar huis. Vriend Thomas attendeerde me erop dat een fietskaartje voor de trein minstens een dag vantevoren gereserveerd dient te worden. Vriendin Gabriele deed ondertussen digitaal speurwerk: er zijn geen kaartjes meer voor de IC voor fietsen de komende dagen. Toen ik dat hoorde, kon ik zelf wel een hjertestarter gebruiken! Kortom: ik zit in Flensburg en wil naar Utrecht, de vraag is alleen hoe...

*) Hotel Ibis Budget is simpel en goed en vlakbij de binnenstad van Flensburg. Ik heb de fiets meegenomen de hotelkamer in, maar in je eentje is zoiets makkelijker natuurlijk.

*)Ga echt even binnen in de kerk van Vilstrup: het interieur is heel mooi en alleen al de preekstoel is meer dan de moeite waard

maandag 17 juni 2019

De prins op het witte paard

Maandag 17 juni 2019 - Sandager Næs -> Føns -> Middelfart -> (over de oude brug, de Lillebæltsbroen naarhet schiereiland) Jutland -> Fredericia -> Kolding -> Christiansfeld; 99 km/822 km totaal; Graus-bed/ferieværelse, Koldingvej 58, (3 km ten noorden van) Christiansfeld; 20 graden, zon met wolken; windkracht 3 zuidenwind. Prachtige fietsdag.

Alle vrouwen schijnen 'm te zoeken en ik heb hem vandaag gevonden: de prins op het witte paard. Maar dat was pas aan het einde van deze dagetappe.

Als ik wegrijd bij de boerderij waar ik geslapen heb, neem ik me voor om nou 's niet op elke straathoek naar iets te kijken of te luisteren naar iedere vogel. Nee, dit wordt de Dag van het Serieuze Fietsen.Tien minuten later kom ik Anna uit Bretagne tegen en voor ik het weet staan we een kwartier te kletsen. Minstens... En ook nog in het Frans. Dat gaat lekker zo met Deens oefenen!

Toch is dit wat een fietstocht zo aardig maakt: je komt de meest bijzondere mensen tegen (in ieder denkbaar opzicht) en die contacten zijn vaak heel verrijkend. Met een uitnodiging voor Bretagne op zak fiets ik verder.

Dit deel van de route tot aan Middelfart gaat dicht langs de kust. Het gaat nog steeds op en neer en vaak zijn er prachtige doorkijkjes naar de Lille Bælt. En ook hier weer hangt een grote blauwe vlag waar gezwommen mag worden. Naast de vlag staat een toilethuisje met zelfs een buitendouche. Er zijn wat mensen aan het picknicken op de bankjes die overal staan en het busje van het ouderentehuis in Middelfart rijdt langzaam voorbij. Je ziet de oudjes genieten.

Middelfart is een leuk en levendig havenstadje. Hier drink ik de duurste koffie op deze route: samen met een stuk worteltjestaart mag ik 86 DKr aftikken (€ 12). Maar ja: ik zit dan wel aan het water met uitzicht op de prachtige Ny Lillebæltsbroen. Deze brug (1965-1970) verbindt Jutland met Funen en is 1700 m lang. Het is een mooi staaltje ingenieurswerk.

Aldus gesterkt begin ik aan de klim naar de oude Lillebæltbroen. Deze is vanwege een renovatie voor auto's versperd tot oktober 2019 maar het fietspad is open. Aan het begin van de brug is er een fietsreparatiepunt waar allerlei reparatiespullen hangen met tekeningetjes waarvoor het allemaal dient. Sympathiek! Ze zijn hier sowieso fietsvriendelijk: in Kolding staat naast het rode licht voor fietsers een soort leuning voor je arm en voet, super handig want je hoeft niet af te stappen.

Fredericia is de eerste grote stad in Jutland. De stad is in 1650 gesticht door Frederik III van Denemarken die de stad in alle bescheidenheid van zijn naam voorzag. Iemand moet het doen, nietwaar?

De stad is oorspronkelijk gebouwd als garnizoenstad en dat zie je nog steeds: de stadswallen zijn nog intact en de binnenstad kent vrijwel alleen straten die haaks op elkaar staan. Het is een aardige stad om rond te lopen met veel winkels en restaurantjes en een prachtig oud marktplein.

Frederik III was geboren in Sleeswijk wat toen nog Deens was. Eerst was hij bisschop, maar toen er voldoende familieleden gestorven waren, kwam hij toch nog in aanmerking voor het koningschap. Hij trouwde met Sophia Amalia van Brunswijk, een serieus ambitieuze tante, en al hun kinderen trouwden met prinsenkinderen all over Europe. Met de Zweedse koning had hij voortdurend oorlog. De meest bizarre aanval was wel toen de Zweden in januari en februari 1658 te voet over de bevroren (!!) Grote Belt trokken om Kopenhagen te belegeren. De Denen zijn toen ontzet door de Nederlanders. Niet uit goeïgheid, maar omdat die Zweden onze handelsposities dreigden te verpesten. Enfin, deze Frederik stichtte Fredericia om de grens in Jutland veilig te stellen. Jutland en de graafschappen Sleeswijk en Holstein zijn sowieso al honderden jaren betwist gebied.

De route gaat verder naar Kolding. De wind, die ik op Funen zo comfortabel in de rug had, heb ik nu pal tegen. Jutland is niet vlak. De heuvels zijn hier wat hoger en de hellingen wat uitgestrekter dan op Funen, dat geldt zeker voor het eerste stuk tot na Kolding.

In Kolding is een hoop te zien, waaronder het beroemde middeleeuwse Koldinghus, een kasteel waar de Deense vorsten vaak verbleven. Als ik door de stad fiets, is het al na vijven en het Koldinghus dicht. Nou, er moet iets overblijven voor de volgende keer.

Het is gek, maar na al die dagen fietsen in de stilte valt het me extra op hoe druk en nerveus de stad is. Ik besluit door te fietsen tot Christiansfeld, zo'n 20 km verder. Een belletje naar een B&B en mijn bed is geregeld.

Voorbij Kolding volgt de route een poosje een drukke provinciaalse weg, daarna buigt ze af naar het meer landelijke deel van Jutland. De zee heb ik sinds Fredericia niet meer gezien.

Vlakbij de boerderij waar ik ga overnachten, ligt een grote steen aan de kant van de weg. In gouden letters staat erop: 'Hier besteeg koning Christiaan X zijn witte paard op 10 juli 1920.' Op dat moment werd namelijk door Duitsland een stuk van Jutland aan Denemarken teruggegeven. Iets wat de koning vierde door te paard over de oude grens te rijden.

Christiaan X had sowieso iets met paarden en Duitsers: tijdens de Duitse bezetting gedurende de Tweede Wereldoorlog bleef hij in Kopenhagen, waar hij dagelijks te paard door de stad reed om zijn volk een hart onder de riem te steken. Verder is van hem bekend dat hij, toen de Duitsers dreigden ook in Denemarken de jodenster in te voeren, met het idee kwam dat álle Denen dan die ster zouden dragen. Uiteindelijk zijn de meeste van de 6000 Deense joden overgezet naar Zweden en vrijwel iedereen is na de oorlog teruggekomen. Kijk, aan zo'n prins op het witte paard héb je wat!

Graus-bed/ferieværelse, Koldevej 58, Christiansfeld. Mooie B&B, goede prijs, kamer is een soort mini appartement. Heel prettig en rustig. Wel zelf voor je ontbijt zorgen. Bakker in het dorp. Aanrader. Ligt dichtbij het Grensmuseum.

zondag 16 juni 2019

De biggen van Bågø

Zondag 16 juni 2019 - Strandhuse -> Vester Aby -> Faaborg -> Håstrup -> Strandby -> Brydegård -> Assens -> Sandager Næs; trekkershut bij B&B Baumesgaard, Baunevej 30, Sandager Næs; 71 km/723 km totaal; licht bewolkt, 19 gr, windkr 2 à 3 Zuid;  droog.

Bijna, bijna, was ik vanmiddag opnieuw pleegmoeder van een klein hondje geworden. En zulke lekkere overburen als nu had ik zelden. Kortom, tijd voor een verslag van de wederwaardigheden van vandaag.

Na een lekker ontbijt met de twee andere Deense gasten in de B&B koers gezet richting Faaborg. Dat is een gezellig klein stadje met een haven en een bijzonder mooi oud centrum met veel vakwerkhuizen. Het verhaal gaat dat de sprookjesschrijver H.C. Andersen verliefd was op de dochter van de plaatselijke apotheker, maar dat zij koos voor iemand met meer centen. De arme H.C. bleef z'n leven lang zo arm als een kerkrat en zou nooit trouwen - maar dit terzijde.

In de winkelstraat is een bruine kroeg, een zeldzaamheid in deze oorden. Als ik om half elf binnenkom, zit iedereen al gezellig achter een Tuborg en wordt er volop gerookt.

De route is, net als gister, golvend met soms kleine maar pittige hellinkjes. Zomaar wat kilometers verstoken is er beslist niet bij. In ieder geval niet voor mij. Het is zondag en er zijn veel groepen op de racefiets onderweg waarbij ik collegiaal wordt gegroet.

Verder lijkt het wel alsof iedereen z'n gazon aan het afrijden is of de heg knipt. Het is een gebrom en een gezoem dat het een aard heeft. Veel Deense huizen hebben fijn grint op de oprit liggen. Ook dat wordt netjes gemaakt voor de zondag: achterop de grote, zelfrijdende gazonmachines wordt een opzetstuk gezet, een soort grote, flexibele hark en daarmee wordt de grind ieder weekend aangeharkt. Als ik groot ben, wil ik ook zo'n ding!
Nog even in de Jem & Fix gekeken. Dat is een populaire bouwmarkt. Ook hier zijn de gazonmaaiers (ook die voor de peuters) en de Roundup in de aanbieding. En verder bbq's, héél véél bbq's.

Als ik Faaborg uitrijd, ligt een ouder-torenvalk op z'n nestkast alsof ie de punt af is. Heel merkwaardig. Uit de kast kijken drie vliegvlugge jongen naar buiten. Die gaan binnenkort het huis uit.

Verder richting Assens. Het is een prachtige dag om te fietsen: de wereld ligt er als nieuw bij na het zware onweer van gister en het windje in de rug is niet verkeerd. In Håstrup moet ik vol in de pedalen om een hondje af te schudden. Toen ik even op de kaart stond te kijken, kwam hij naar me toe voor een goed gesprek. Dat beviel 'm blijkbaar zo, dat hij naast de fiets mee bleef lopen. Toen maar even flink de sokken erin gezet zodat hij me niet meer kon bijhouden, maar een schatje was het wel!

Onderweg staan hier en daar enorme velden met aardbeien en asperges waarin Tsjechoslowaakse arbeiders aan het werk zijn. Ook zie je hier veel aanplanten met kerstboompjes. Op een groot landgoed hier in Funen werd zo'n 100 jaar geleden de eerste kerstboom versierd en in huis gezet. Nu leveren de Denen kerstbomen aan heel Noord-Europa. Om te voorkomen dat de zangvogeltjes de toppen van de boompjes beschadigen, zijn veel boomtoppen voorzien van een houten pen waardoor vogels er niet op kunnen landen. Ook staan er her en der lange staken waaraan een plastic roofvogel vliegt op de wind. Ook dat is bedoeld om de zangvogeltjes af te schrikken.

Assens is een leuk stadje aan zee. Het heeft een aardig marktplein en je kunt er heerlijk ijs eten. Er zal ongetwijfeld meer te doen zijn, maar ik ben doorgefietst naar Sandager Næs. Dat is een gehucht waar behalve een camping ook een B&B met uitzicht op zee is. De B&B zit in een carrévormige vakwerkboerderij van ruim 200 jaar oud. Achter het woonhuis slingeren allerlei verkiezingsborden van Die Radikalen van de verkiezing twee weken geleden. Mijn gastheer blijkt geen actief boer, maar raadgevend ingenieur, waar heb ik die term toch meer gehoord??

Vanuit mijn trekkershut kijk ik zo op de Kleine Belt zoals de Oostzee hier heet. Hier vlak voor de kust ligt het eiland Bågø, daar wonen 20 mensen en 3000 varkens. Deze krulstaarten worden daar van big tot biologisch vleesvarken opgefokt in de vrije lucht. Er is een boer die ze verzorgt en ze verwerkt tot de meest lekkere worst, paté en nog veel meer voor de restaurants in de omgeving. Voor wie het allemaal met eigen ogen wil zien: er gaat vier keer per dag een pontje vanuit Assens. Als om het verschil goed in beeld te brengen, ligt aan deze kant van het water juist zo'n megagroot mestbedrijf waar de biggen in no time tot pølsen worden gefokt. De consument heeft het laatste woord, want die mag kiezen.

zaterdag 15 juni 2019

Odins toorn

Zaterdag 14 juni 2019 - Nyborg -> Tårup -> Lundeborg -> Svendborg -> Rantzausminde -> Strandhuse; B&B Firkløvergård, Strandhuse; 84 km/653 km in totaal; grootste deel van de dag veel regen, onweer, 18 gr, windkracht 2 à 3. Zware dag.

Odin moet vanochtend beslist met zijn verkeerde been uit bed zijn gestapt, want hij slingerde zijn bliksem alle kanten op. Maar eerst iets meer over andere dingen.

Nyborg was in de middeleeuwen een belangrijke Deense stad. Meer dan 200 jaar, van begin 13e eeuw tot 1414, werd hier het Danehof bijeen geroepen, waarbij de edelen uit heel het land samenkwamen om belangrijke beslissingen te nemen.
Zo werd in 1282 op slot Nyborg de eerste Deense grondwet ondertekend.

Het slot is er nog steeds, het is een groot kasteel, versterkt met machtige donjons waaromheen restanten van de slotgracht zichtbaar zijn.

Terwijl ik foto's maak, is op de kleine parkeerplaats een oude vrouw bezig om in de regen naast haar auto iets te koken op een brandertje. De auto staat open, hij ligt vol met spullen. In de kofferruimte is een plastic zak met brood zichtbaar, groen uitgeslagen van de schimmel. Als ze me aankijkt, is haar blik vaag, haar geest elders. Het is een glimp van een leven, een verhaal waarvan ik het plot nooit zal kennen, maar wat me raakt.

Bij het verlaten van de camping voelde ik de eerste regendruppels al  en als ik Nyborg uit fiets, veranderen die druppels in een gestage bui. In de verte klinkt dreigend gerommel. Al gauw ben ik kletsnat. Dit deel van Funen is beslist niet vlak. De weg gaat op en neer met kleine, soms pittige hellinkjes.

Bij Hesselager gaat het zo hard onweren dat ik een plek zoek om te schuilen en waar kan dat beter dan in de kerk? Mis poes. De kerk is hermetisch afgesloten en een toilet is er ook niet. Er is wel een kraantje,  maar het water komt toch al met bakken uit de lucht.

Na 4,5 uur in de stromende regen bereik ik Svendborg. Aan de rand van de stad ligt een groot Byggecenter. Op een of andere manier vind ik een bouwmarkt altijd veel vertellen over een volk. Hier is het niet anders. De gazonmachines zijn in de aanbieding. Naast de echte staan kleine, plastic versies voor kleuters. Ook Roundup is in de reclame; op een van de campings zag ik hoe ze met dit vergif het paadje naar het speelterreintje voor de kleuters onkruidvrij maakten.

Het idee was om naar Svendborg te fietsen en vandaaruit de trein te nemen naar Faaborg omdat ik dit stuk van de route al een paar dagen geleden gereden heb.Toen ik echter een kaartje wilde kopen, bleek dat de enige trein naar het noorden, naar Odense, gaat. Oeps, dat had ik even niet scherp.

Omdat het ondertussen alweer regent, probeer ik een kamer te vinden in de stad. Alles bleek volgeboekt vanwege een jazzweekend. Wat voel je je dán ongelukkig als je moe, doornat en koud bent en geen plek vindt om te slapen.

De lobby van de bioscoop was droog, warm en rook indringend naar popcorn. Dit was geen weer om te kamperen, dus belde ik systematisch alle hotels en B&B's af tot ik in Strandhuse, ruim 20 km verderop, eindelijk beet had. 'Kom maar, we hebben een kamer voor je.'

Wind hoort bij Denemarken zoals haar op een hond, dus waait het ook vandaag. Ditmaal had ik mazzel: vanaf Svensborg had ik stevig achterwind. Doordat het zulk slecht weer is, is er vrijwel niemand onderweg. Een reegeit maakt gebruik van die rust door in de berm te grazen met naast haar haar twee halfwas kalfjes op breekbare pootjes.

De achterwind bleek geen luxe, want de lucht werd steeds donkerder. Toen ik ongeveer halverwege de B&B was, zag ik een bliksem recht het fjord inslaan. Heel indrukwekkend. Het water was zo goed als zwart met golvende schuimkoppen en stonk naar rottend zeewier.

Het laatste half uur was het echt afzien: het bliksemde hevig en het donderde dat het kraakte. Op een stalen fiets in het open veld is dat geen fijn idee. Ik telde de seconden tussen bliksem en slag om in te schatten of ik nog verder kon fietsen. Het goot van de regen. Als een verzopen kat kwam ik aan op de boerderij waar de B&B is. Wat is het dan fijn een erf op te kunnen rijden!

Een van de Deense gasten merkte goedgemutst op: 'Welkom in de Deense zomer!' Het schijnt dit jaar (vooralsnog) een extreem natte zomer te zijn.

Onze gastvrouw kookt iedere avond voor de gasten die willen meeëten en koken kan ze! Ik klets een hele tijd met Jochem en Peter, twee Deense vrienden die jaarlijks samen een lange afstandswandeling maken.

Odins toorn lijkt ondertussen te zijn  uitgewerkt. Buiten is het droog en fluit de merel z'n lied in een schoongeregende wereld, terwijl op het fjord de schollepieten elkaar najagen. Het was, al met al, een mooie dag vandaag.

De route tussen Nyborg en Faaborg is beslist mooi. Het is landbouwgebied met veel graan en koolzaad afgewisseld met natuurgebieden en hier en daar wat fruitteelt zoals rode bessen. De route is afwisselend dichter bij de zee en wat verder af, met hele mooie doorkijkjes. In Svensborg kun je koffie drinken en boodschappen doen. Mocht je hier willen overnachten, is het zaak dit tijdig te regelen. In de stad zijn vaak evenementen waardoor het lastiger is een bed te krijgen.

B&B Firkløvergård, Strandhuse 7 is een echte aanrader. Het is een boerderij aan de route waar vijf gastenkamers zijn en een kleine camperplaats. De gastvrouw kookt op verzoek voor je mee (lekker!) en je krijgt een heerlijk ontbijt. Kosten heel redelijk.